Toen we het natuurpark Parque Natural do Vale do Guadiana uitreden werd het landschap eerst gedomineerd door olijfgaarden. Daarna zagen we zo ver we konden kijken uitgestrekte grasgele velden met vele steeneiken. Aan weerszijden van de weg staat kilometerslange afrastering met aan de andere kant de 'eindeloze' vrijheid voor grazende runderen. De schapen liggen met name gezellig bij elkaar in de schaduw van de eiken. Wij staan nu ook met onze James aan de juiste kant van de draad, dus ín zo'n typisch glooiend grasgeel Alentejo veldje tussen de eikenbomen. We hadden een camperplek uitgekozen bij iemand die schapen, geiten, kippen en varkens heeft en waar het mogelijk is om door het kopen van haar eigen producten te overnachten. Eenmaal voor de poort vertelt de eigenaresse op een volledig normale en relaxte manier dat we dit prachtige 'landje' daadwerkelijk delen met drie varkens. Als de drie porcos pretos voor een kennismakingsrondje om ons heen beginnen te snuffelen als we buiten in onze stoeltjes zitten lijken we de goedkeuring te hebben gekregen en wandelen ze weer rustig verder. Het avondeten vinden ze blijkbaar behoorlijk lekker ruiken en ditmaal wil het drietal onze tafel niet zo een-twee-drie verlaten, dus 'vluchten' wíj twee halverwege ons romantische diner toch maar snel onze camper in (mét ons eten uiteraard). Als ik lekker relaxed in bed tot de conclusie kom dat we, ondanks het behoorlijk ongelijke terrein, bijzonder goed waterpas staan, begint onze camper heen en weer te schudden! Een van de varkens kan de aantrekking niet weerstaan en is zich aan het schuren tegen onze pas nieuw gespoten James?!? We krijgen hem weggejaagd, alhoewel hij niet van harte afdruipt. Als ik uren later als Doornroosje lig te dromen word ik, net op het moment dat de prinses van Mértola mij verleidelijk in mijn ogen aankijkt, behoorlijk heftig heen-en-weer-schuddend wakker. De varkens blijken toch nog niet uitgeschuurd en eentje schijnt flinke jeuk te hebben!?! Het lukt Jacqueline om de varkens weg te jagen, zij was alert want hoorde de drie niet-zo-kleine biggetjes al rondom onze James knorren. Om onszelf een rustige nacht te gunnen besluiten we toch maar om de rest van de nacht aan de andere kant van de afrastering door te brengen. De volgende ochtend geeft de aardige eigenaresse, enigszins verbaasd dat we buiten de poort de nacht hebben doorgebracht, als antwoord dat ze dit nog nooít hebben gedaan. Misschien was de aantrekkingskracht van de nieuwe blinkende strakke lak te groot of was het een uitdrukking van hun dankbaarheid voor onze vegetarische levenswijze?!? We besluiten dus toch maar om na de eerste nacht al verder Noordwaarts te rijden, richting het stuwmeer Albufeira do Alqueva. Het zien van water in het droge Zuiden van Portugal geeft toch een ander gevoel dan als je een rivier of meer in Nederland tegenkomt. In de droogste regio van Portugal, met slechts zo'n 500-600 millimeter regen per jaar, ligt het grootste kunstmatige meer van Europa met een oppervlakte van zo'n 250 vierkante kilometer en maar liefst 1.100 kilometer aan oevers. Waar tot in 2002 de Guadiana door de dalen stroomde ligt nu over een lengte van zo'n dikke tachtig kilometer het stuwmeer van Alqueva. Behalve als grootste waterreserve van Portugal wordt bij de ruim negentig meter hoge dam ook elektriciteit opgewekt. Dit jaar is het peil van het meer slechts zo'n 3 meter onder het maximale niveau en dat was de laatste jaren blijkbaar anders. Wij zijn in ieder geval helemaal verliefd op dit betoverende lang uitgerekte meer met zijn vele vertakkingen en vele kronkelende uitlopers tussen de 'voormalige heuveltoppen'.
6 Reacties
Het is heerlijk om in eigen land op vakantie te zijn! Om nog meer natuurschoon te zien hebben we koers gezet richting het Parque Natural do Vale do Guadiana (het natuurpark van de Guadiana- vallei) in het Oostelijke deel van de Alentejo. We willen dit rondreisje met onze camper graag maken om weer een beetje meer van het prachtige en uitgestrekte binnenland van Portugal te ontdekken, nu het daar nog niet écht te heet is. De Alentejo, een van de vijf regio's van Portugal met slechts zo'n dikke zevenhonderd duizend inwoners, is bijna even groot als het vasteland van Nederland en begint ten Noorden van de Algarve. Beide regio's strekken zich uit van de ruige Westkust tot aan de Spaanse grens waar de rivier de Guadiana Zuidwaarts stroomt. Als we via een hoge brug de Algarve verlaten en het natuurpark binnenrijden krijgen we meteen al een eerste betoverend uitzicht van de Alentejo. We kijken uit over een prachtig geel-groen rivierdal met een riviertje en bloeiende oleanders. Vanaf hier wordt het behoorlijk heuvelachtige landschap met vele bomen af en toe doorsneden door kleurrijke uitgesleten, deels droge, ravijntjes. Dit natuurpark lijkt minder typisch Alentejo, dus minder glooiende grasvelden en meer bochten, klimmetjes en afdalingen. Gelukkig en opmerkelijk genoeg zijn in deze arme en uitgestrekte streek de doorgaande wegen heel erg goed en dat rijdt dus wel zo prettig.
Alhoewel, de ruïnes van de zo'n zestig jaar geleden verlaten gebouwen van de mijn laten daarentegen zien hoe snel verval kan optreden en geven een speciale spookachtige sfeer. De afgravingen onthullen een prachtig palet aan kleuren en het rode ijzerhoudende water kleurt het plaatje op mysterieuze wijze in. Met de zeer hoge temperaturen van deze regio zal werken in deze oude mijn ongetwijfeld afzien zijn geweest (iets dat hier waarschijnlijk geldt voor al het zwaar fysieke werk). Bij dit opmerkelijke dorpje ligt nu gelukkig een stuwmeer met een Praia Fluvial, een aangelegd zandstrandje, waarin wij dankbaar ter afkoeling een duik nemen. De dichtstbijzijnde overnachtingsplek is een camping in Serpa, bijna zo'n 40 kilometer Noordwaarts. Dat doet pijn, want eigenlijk wilden we nog even in deze omgeving blijven om meer te zien. Als we echter eenmaal in Serpa de Romeinse stadsmuur en het aquaduct zien worden we wederom aangenaam verrast. Bij de wandeling binnen en op de stadsmuren wanen we ons echt weer even in de middeleeuwen en bewonderen we de hele nette en goed onderhouden oude straatjes en huizen. Een afgebroken stuk torentje balanceert boven de ingang en hebben ze maar gewoon sierlijk opgenomen in de bebouwing! Toch maar goed dat we hier zijn uitgekomen, want ook hier schieten we drie fotorolletjes vol. Terwijl het leven in de Westelijke Alentejo zich met name afspeelt langs de mooie ruige kustlijn van het natuurpark Parque Natural do Sudoeste Alentejano e Costa Vicentina liggen in het Oostelijke deel hoofdzakelijk kleine dorpjes van slechts enkele huizen en prachtige, hele oude plaatsjes met stadsmuren, kastelen en kerken met een rijke historie verborgen. Ver weg van alles en terug in de tijd klinkt misschien niet direct als een feest in de oren voor degene die wil flaneren in winkelstraten, een culinair snel opgewarmde hamburger wil eten of in polonaise van bar naar bar wil, maar wij worden erg vrolijk van de schoonheid en de rijke geschiedenis van de betoverende Alentejo. » De andere kant...
We rijden verder Noordwaarts over bochtige wegen door het grillige, bergachtige en beboste landschap van het binnenland van de Algarve. Tien meter voor een splitsing beslissen we dat we richting de Oostelijk gelegen camperplek gaan en niet Noordwaarts blijven rijden. Deze vrijheid hebben we gelukkig nog steeds bij het camperen in Portugal, ook ondanks de nieuwe camperregels. Heerlijk puur en vrij geldt hier zeker ook nog steeds voor de prachtige natuur die de grote afstanden tussen de enkele dorpjes waar we doorheen rijden verrijkt. Terwijl het aantal tegenliggers steeds minder wordt worden ook de kronkelende sterk stijgende en dalende wegen langzaam aan rechter en vlakker. Waar eerst de kleur groen overheerste, neemt langzaam het geel de overhand. Als we Concelho de Alcoutim, de meest Noordoostelijke gemeente van de Algarve tegen de Spaanse grens aan, zijn binnengereden is het landschap glooiend en zien we met name mooie uitgestrekte en dorre grasvelden met daarin verspreid bomen. De vrijheidservaring van het camperen in Portugal is sinds dit voorjaar helaas ingeperkt aangezien de regering de wet heeft aangepast waardoor wildkamperen niet meer is toegestaan. Gezien de grote hoeveelheid campers is dit enigszins begrijpelijk, maar met de claims dat 'campers' verantwoordelijk zijn voor de rotzooi ben ik het toch niet helemaal eens. Dit is namelijk ook niet iets wat ik in het algemeen waarneem. Helaas heeft iedere vorm van toerisme een impact en gaat niet iedereen even respectvol om met de natuur. Het directe contact door 'in de natuur te staan' gaat door de nieuwe wet echter verloren, maar jammer genoeg laat wildkamperen letterlijk zijn sporen achter in de natuur (zelfs ook door degenen die die hun afval netjes opruimen). Om te overnachten dienen we dus steeds een 'toegewezen' camperplek op te zoeken. De camperplek die we vandaag hebben uitgekozen is een van de weinige in de Algarve waar je nog gratis kunt overnachten en heeft behalve een leeg- en vulstation ook nog eens een heerlijk weids landelijk uitzicht. Het naastgelegen stuwmeertje ziet op dit moment helaas niet erg hoopgevend uit, want de echte zomer moet nog beginnen en het lijkt erop dat het water al jaren niet meer op enig peil is geweest. Dus een duik in deze paddenpoel zien we toch maar even niet zitten. Een voordeel is dat volgens ons, aangezien we op een officiële camperplek staan, kampeergedrag is toegestaan en ploffen we dus neer in onze stoeltjes. Ondanks dat het reeds vijf uur is geweest eerst nog maar even in de schaduw, want de zonkracht is gewoon weer negen vandaag. We zijn blij dat op deze hoger gelegen vlakte een stevig warm windje staat zodat het ondanks de hitte, zo tegen de 35 graden, toch nog goed te doen is. We trakteren onszelf op een heerlijk vijgen-amandelen-noten 'worstje' dat we kochten op de markt in Loulé. Geënthousiasmeerd door vanmiddag, tijdens onze lunch op de picknickplek bij Fonte Férrea, en de mooi aangelegde barbecues kan Jacqueline de drang om zelf ook te gaan grillen niet weerstaan. Als toetje worden we verwend met een prachtige zonsondergang. In deze tijd halveert de temperatuur 's nachts gelukkig nog, dus na een onbezorgde nacht worden we fris wakker. De volgende dag besluiten we gewoon nóg een dag op deze mooie plek te blijven, dat blijft toch het gemak en de vrijheid van een camper, ook nog steeds bij het camperen in Portugal. » De betoverende Alentejo...
We parkeren onze James, met zijn Portugese nummerbord en strak in de lak, tussen de kurkeiken en olijfbomen. Als we een beetje moe van de warmte en de rit neerploffen in onze stoeltjes worden we verwend met fluitende vogeltjes en zoemende bijtjes. Misschien hebben we nu zelfs nóg meer oog voor de schepping, want vandaag bezochten we maar liefst drie kerkjes!?! Op onze niet-uitgestippelde route lagen een aantal bezienswaardigheden die we niet aan ons voorbij konden laten gaan. Het kerkje van Almancil, Igreja Matriz de São Lourenço, heeft een verguld altaar en is volledig betegeld met azulejo's. De beroemde Portugese blauw beschilderde tegeltjes vertellen het verhaal van het leven van de heilige Lourenço. De uitbeeldingen en details zijn te veel om in een keer op te kunnen nemen en maken dit kerkje tot een bijzondere ervaring. Iets verder landinwaarts, in Loulé, is de bekendste markt van de Algarve. De mooie overdekte markthal in Oosterse bouwstijl is vandaag uiterst rustig, maar hoezo deze markt zo geroemd wordt gaat aan mij voorbij. Vlakbij ligt een kapelletje, Ermida de Nossa Senhora da Conceição, ook bekend om zijn azulejo's en altaar van houtsnijwerk met bladgoud. Net op het moment dat we van de gesloten deur weg willen lopen komt iemand lachend naar ons toegelopen en zegt dat ze de deur zal openmaken! De tegeltjes zijn wederom prachtig en gedetailleerd met blauw beschilderd en sieren hier het verhaal van Maria. Door alle prachtige decoraties zou je de plafondschildering bijna over het hoofd zien. De uitgebreide uitleg van de uiterst aardige vrouw maakt dit bezoek nog specialer. Ze is blij dat ze het verhaal in het Portugees kan vertellen en ze doet voor ons extra haar best om rustig en duidelijk te spreken! Met de verbeeltenissen op de tegeltjes en af en toe wat extra handgebaren lukt het ons om zo goed als alles te begrijpen. Enigszins verbaasd zien we dat de besnijdenis van Jezus ook is afgebeeld (dit vernemen wij voor het eerst, althans wij kunnen ons dit niet herinneren)!?! Onze Jezus lijkt hier in Portugal ook een beetje meer Arabiers dan in Nederland. Vrolijk en enthousiast lopen we naar buiten, mede doordat we behoorlijk blij zijn dat ons Portugese gehoor en 'het begrijpen van' toch langzaam aan de goede kant op gaat. De aantrekkingskracht van een koepelkerk boven op de heuvel is natuurlijk groot, maar het is het bijzondere altaarstuk van houtsnijwerk in het oude kapelletje dat de pelgrims trekt naar het heiligdom Santuário de Nossa Senhora da Piedade (Mãe Soberana). Het houten plafond van het kapelletje is prachtig beschilderd en de met hout beklede grote nieuwere koepelkerk is daarentegen schoon door zijn eenvoud. De vredige sfeer en rust zijn een contrast met het stadsleven. De vorige twee nachten stonden we op camperplekken aan de kust, midden in het toeristische deel van de Algarve (alhoewel het ons daar nog ongebruikelijk rustig leek). Inmiddels staan we dus iets verder noordoostelijker in het binnenland van de Algarve op een camperplek tussen het groen waar we de beschaving weer iets verder achter ons laten en waar we worden verwend met de schoonheid van de natuur. In de verte klinkt ieder kwartier het klokkenspel van het kerkje van Alportel en worden we herinnerd aan de magie en de vele indrukken van deze dag. » Camperen in Portugal...
Met onze James op weg richting het Monchique-gebergte willen we eerst een tussenstop maken bij het stuwmeer Barragem da Bravura. Zodra je te Noorden van Bensafrim bent verdwijnt de bebouwing uit het zicht en na de paar huizen van Cotífo bevind je je echt in het verlaten binnenland. We hopen op een leuk plekje aan en een frisse duik in het meer. De wind blijkt toch echter net té enthousiast en we kunnen toch minder dicht bij het meer komen dan gedacht. We hebben deze weg al eens in 2015 gereden, maar het blijkt dan toch weer dat het opgeslagen beeld in je hoofd niet helemaal klopt met de werkelijkheid. Eerst even lunchen en een siësta en dan rustig verder omhoog en verder het binnenland in. Na een klein stukje over de grote ‘provinciale’ weg tussen Aljezur en Monchique nemen we toch weer snel een afslag Noordwaarts. Dit kleine weggetje hebben we gelukkig wel goed onthouden. Inmiddels op zo’n 400 honderd meter boven zeeniveau dalen we eerst met diverse haarspeldbochten flink omlaag, uiteraard om vervolgens weer omhoog en weer omlaag naar links en naar rechts voort te slingeren door dit prachtige groene landschap. Af en toe is een tiental meter onverhard of zitten flínke scheuren in de weg, maar dat mag de pret van deze mooie rit niet drukken. Aan de Noordzijde van de Monchique, waar vorig hevige bosbranden zijn geweest, krijgen we na een flinke klim omhoog een indruk van de omvang. We zien afgebrande hellingen zo ver we kunnen kijken, afgewisseld met enkele groene hellingen die op de een of andere manier door het vuur bespaard zijn gebleven. We zien dat het vuur tot vlakbij de enkele huisjes (die hier slechts heel af toe liggen) is gekomen, gered door de brandweer. Als je hier staat kun je niet verzinnen hoe je zo’n heftige brand in zo’n verlaten gebied met slechts een enkele geasfalteerde weg kunt bestrijden. Gelukkig is de veerkracht van de natuur groot, want de verbrande en kale eucalyptusbomen zijn al opnieuw aan de grond uitgesprongen en de kurkeiken die zichzelf door hun kurk hebben kunnen beschermen hebben alweer nieuwe blaadjes. En ook de lage begroeiing en struiken zijn weer vol goede moed en enthousiasme uit de as herrezen. Echter is van het zo typische Portugese landschap toch echt nog geen sprake en tegelijkertijd zou het je niet eens kunnen opvallen als je dit niet kent. We parkeren onze James voor de nacht in dit gebied van volledige stilte, met zicht op de top van de Monique en met een panorama met twee gezichten. Als we de volgende dag verder omhoog rijden zien we dat het vuur echt tot héél dichtbij het bergplaatsje Monchique is geweest. Hier heeft de brandweer met man en macht gestreden en al het mogelijke gedaan om het vuur tegen te houden. Vorig jaar is alleen al bij deze brand door meer dan 1.400 brandweerlieden, ondersteund door militairen en 14 brandweervliegtuigen, gestreden tegen het gigantische vuur. Zodra wij aan het Portugese binnenland denken ruiken we de geur van eucalyptus. Logisch want het gebied van Monchique bestaat voor zo’n driekwart uit eucalyptusbomen of eigenlijk beter gezegd eucalyptusbommen want de uitgestrektheid en hevigheid van de branden is mede aan deze prachtige bomen te danken. Het plaatsje lijkt gelukkig onaangetast, maar opmerkelijk genoeg blijken de zuidelijke hellingen van de Monchique toch weer verbrand en kaal (in totaal is vorig jaar 27.000 hectare verbrand!). Een triest beeld dat zich blijft herhalen als we verder rijden naar Alferce en zover we met ons blote oog kunnen zien. Toe we deze weg vorig jaar reden, zo’n drie weken voor de branden, reden we door bosgebied en nu kunnen we overal om ons heen de verte in kijken. We zijn de foto’s van vorig jaar gaan bekijken omdat we het niet konden geloven, maar dit beeld blijkt helaas toch echt te kloppen en wordt ook nog eens bevestigd door de streetviewbeelden op het internet. » Omlaag en omhoog...
De laatste weken kriebelt het weer een beetje in onze buikjes. Wellicht komt dit doordat de vogeltjes druk bezig zijn met het bouwen van hun nestjes en dat het echte frisse en nieuwe begin, het voorjaar, is aangebroken. Of wellicht toch ook omdat de Portugese schoonheid ons steeds weer blijft verbazen. Ieder seizoen heeft zijn eigen charme, zeker als je ook nog in een voor jou ander en nieuw klimaat bent. Het grillige en afwisselende Portugese landschap is nu helemaal groen en ingekleurd met vele wilde bloemen. Het opvallendst zijn de hellingen vol met witte stipjes van de fragiele bloemen van de rotsroosjes (cistus ladanifer). De onmiskenbare, zware en krachtige geur van de plakkerige blaadjes van de rotsrozen kunnen we niet toevoegen, daar dien je toch echt voor naar hier te komen. De hedendaagse techniek is tot veel in staat maar toch nog lang niet tot alles, gelukkig behoren kriebels, verlangens en dromen dus nog steeds tot de realiteit. Onze zoektocht naar een huis was iets meer in een winterslaap terechtgekomen of beter gezegd in een meer passieve en gelaten toestand van volgen. De huizenmarkt had helaas geen last van een winterdip en daar hadden we stiekem toch een beetje meer dan een beetje op gehoopt. En van een crisis op de huizenmarkt lijkt ook nog ieder teken uit zicht. We zien onverminderd (of misschien zelfs nog wel sneller) dat huizen voor té gekke prijzen verkocht worden. Blijkbaar zijn nog meer dan voldoende mensen bereidt om een prijs te betalen die ver boven een reële waarde ligt. Ondanks ons verlangen naar ons huisje in de zon en de vrije natuur voelen wij toch maar weinig om onze spaarcentjes in de spaarpot van iemand te steken. En voor degene waarbij het nu een beetje begint te kriebelen in de hoop dat we dan toch maar een nieuw huisje in het heerlijke Nederland gaan kopen, deze markt is minstens even zo explosief. Door het opkopen van huizen door buitenlanders en zeker ook doordat het voor verhuurders vele malen lucratiever is om te verhuren aan toeristen is het voor langere tijd huren van een huis in de Algarve minstens zo’n uitdaging. Voor de Portugezen zelf is het bijna niet mogelijk iets te vinden om te huren. Het toerisme heeft behalve meer welvaart voor de lokale bevolking helaas toch ook een negatieve impact. En dus zeker ook voor de ‘estrangeiros’, de vreemdelingen zoals wij, is huren heel erg moeilijk. Zeker nu ook de ‘seizoensarbeiders’, die nodig zijn om de vraag van het toerisme te beantwoorden, hun intrek in de voor hun noodzakelijke overnachtingsplekken hebben ingenomen. Echter hoe sterker de verlangens kriebelen, en hoe harder je zoekt, hoe verder weg iets kan voelen. Vandaar dat de wijzen wellicht ook adviseren, leef in het moment in plaats van in verlangen. Gelukkig hebben wij geen noodzaak en kunnen wij alle kanten op, gelukkig hebben we geen haast en een dak boven ons hoofd, we hebben slechts een droom, we hebben slechts een kriebelend verlangen. » Omhoog en omlaag...
We hebben feest en niet zomaar een feest. Vandaag zes maanden (en precies 26 weken) geleden hebben we huisje, boompje en beestjes achter ons gelaten en zijn we vertrokken in onze James! En op een paar dagen na zijn we al deze tijd al in Portugal. Huisloos maar altijd thuis. Je eigen plekje altijd bij de hand, of beter gezegd altijd op loopafstand! En wat voelt het hier lekker en op z’n plek. Die heerlijke ruige kust met al z’n prachtige formaties en rotsen, de ogenschijnlijk oneindige wilde natuur met al zijn variaties en geuren en de kraakheldere zee met al zijn kleuren blauw en bewegingen. Zes maanden (op een paar weekjes na) leven en wonen we in camper, wie had dat gedacht?!? Wijzelf in ieder geval niet! We maken zelfs goed gebruik van de ruimte waarvan gezegd wordt dat die daarvoor nooit wordt gebruikt. Alhoewel ‘douchen’ (zelfs in onze eigen prinsessenbadkamer met warm water) een enthousiaste benaming is, maar het is toch lekker en je voelt je weer heerlijk fris. Ons oude huis missen we nog steeds niet, maar een eigen ‘oneindige’ warme douche?!? We hebben feest, want we wilden graag de natuur ervaren en dat is gelukt! Van groen en een enorme variatie aan wilde bloemetjes naar droog, dor en stoffig. Op dit moment is de ene plek nog stoffiger dan de andere en dus ook onze James, zowel van binnen als van buiten! Gelukkig zijn we met stoffen en vegen zo klaar, maar de frequentie ligt op dit moment wel iets aan de hoge kant. Van windstil en een beetje wind tot en met ijskoude Noorderwind en warme Saharawind (de laatste slechts een paar daagjes). En gelukkig blijkt de koude harde ‘zomerse’ wind goed te doen (dat was misschien wel mijn grootste vraag) en blijkt deze het in de zomer aangenaam te houden. Van koud en fris tot lekker zonnetje, warm en heet. We (of eigenlijk de liefhebber van ons twee) konden de chocopasta niet smeren omdat deze te hard was door de kou ín de camper. En we hebben de chocolade in de koelkast moeten leggen omdat deze gesmolten was van de warmte ín de camper (tijdens het hittegolfje met +40 graden aan de kust). We dienen op te biechten dat we, behalve familie en vrienden, niet veel aan Nederland missen. En zelfs dit blijkt geen onoverkomelijke gevoelens met zich mee te brengen (sorry). In deze moderne tijd is contact via alle slimme en sociale technologieën niet meer zo begrenst als vroeger. Nu heb ik nooit van Nederland gedacht, waar iedere vierkante meter omkaderd is en een bestemming dient te hebben, dat dit een vijf sterren locatie is. Alleen gewone goede vlakke wegen, zonder uithollingen overdwars of in de lengterichting en zonder gaten, scheuren en deuken mis ik soms wel eens. Alhoewel de onverharde strandweggetjes hier zeker zo dienen te blijven, zo vinden tenminste niet alle toeristen alles. We zijn tijdens dit uitstapje minder op strandjes geweest (en zelfs nog niet alle bezocht) dan toen we hier op vakantie waren, dus het is toch echt wel anders dan vakantie. Wat zullen we vanmiddag eens gaan doen? Naar een strandje, uiteten of toch de James een verdiende wasbeurt geven? We zijn een half jaar op weg, dus we hebben feest vandaag! » Dat is pech…
Eergisteren waren orka’s gesignaleerd op weg richting Sagres. Helaas hadden wij ‘t bootje gemist, maar Marilimitado (waar Jacqueline meewerkt aan hun dolfijnenonderzoek) was de zee op met een dolfijnentripje. Het enthousiasme van het zien van orka’s sloeg snel om toen ze zagen dat een jonge orka vastzat aan een boei! Aangezien de jonge orka ook nog helemaal onder water vastzat wisten ze dat dit een kritieke situatie was. Orka’s kunnen ‘slechts’ zo’n twintig minuten zonder te ademen en dienen dan dus even boven water te komen. Het zijn namelijk zoogdieren en ze zijn de grootste van de dolfijnengroep. De Engelse naam is helaas Killer Whale, maar orka’s zijn helemaal geen walvissen (die zijn namelijk vegetariërs en orka’s eten flinke vissen tot en met zeeleeuwen, dus het zijn wel serieuze jagers). Gelukkig was iemand aan boord met duikervaring die de zee in dook tussen de familie van orka’s (helaas was geen duikequipment aan boord). Gelukkig lukte het om het touw los te maken, maar dit bleek helaas niet de enige plek waar het dier vastzat aan de boei. Bij de staart op zo’n 5 meter onder water zat de orka ook nog vast. Met behulp van het drietal dolfijnentripsbootjes dat ter plekke was is het hun gelukt om het enorme zoogdier af en toe boven water uit te krijgen zodat deze kon ademen, maar dat was een behoorlijk klus. Uiteindelijk is het ze ook gelukt om de hele orka te bevrijden van de visserstouw en deze maakte als dankbaarheid en opluchting een sprongetje! Wat een ongelofelijk mooi actie en heldendaad om een orka in de grote wijde zee te redden tussen een familie orka’s (en zeker als je dan ook nog de zee induikt). En hoe ‘getimed’ en veel geluk was nodig om de orka net op het juiste moment te vinden. Deze actie heeft in Portugal zelfs het journaal gehaald! Voor de maritieme politie krijgt deze actie, of eigenlijk juist het uitblijven van actie, mede hierdoor nog een staartje. Nadat ze waren opgeroepen was hun reactie, in plaats van uit te rukken en het dier te gaan redden, dat ze het waarschijnlijk niet meer zouden redden voor het donker. Dat wordt ze nu niet in dank afgenomen. Maar gelukkig is de orka gered! Uiteraard liever niet (en nooit), maar hoe zal het zijn als je als marine biologen en toeristen meemaakt om een orka te redden! Ze waren in ieder geval allen behoorlijk ontdaan en emotioneel na deze actie, maar ongelofelijk bedankt! » De Portugese huizenmarkt…
Inmiddels hebben we alweer een aantal nachten doorgebracht op Boca do Rio en voor het fort van Sagres, dus we zijn weer in de Zuidwestpunt van Portugal. De sprookjes van Sintra hebben we zo’n twee en halve weken geleden achter ons gelaten. Aangezien we voor onze ‘terugreis naar het Zuiden’ via Lissabon dienden te rijden leek het ons een gemiste kans om hier niet nóg een korte stop te maken. Deze keer hebben we uitzicht op de prachtige rode metalen hangbrug waardoor we ons zelfs even in Los Angeles waanden (de brug heeft dezelfde architect). Om ook een indruk te krijgen van de andere kant en het centrum van deze stad maken we, zoals echte toeristen dat doen, een rondrit met een ‘hop on hop off bus’. Lissabon is groot maar toch ook ruim en overzichtelijk en zelfs niet overvol in het hoogseizoen. Echt een hele nette, mooie en gezellige stad met een relaxte vibe. Toen we langs de stranden ten Westen van Lissabon reden lagen we in een deuk van het lachen door de enorme drukte op deze stranden. Toen we de parkeerplaats van een van de stranden ten Zuiden opreden vonden we ditzelfde beeld minder leuk, eerst filerijden en gelukkig net een plekje vinden om te parkeren om vervolgens uit te komen bij een strand vol parasolletjes en vele mensen! En op zich ook wel terecht want de kustlijn van Caparica is prachtig. Hier liggen de kliffen ietsje verder landinwaarts waardoor ook begroeiing doorloopt tot direct aan het strand en dat ziet dan meteen weer heel tropisch uit. Maar om nu nóg een dag en nacht op een overvolle en zanderige parkeerplaats te blijven staan?!? Na een nachtje bij de vuurtoren en het voormalige bedevaartsoord/klooster van Espichel, waar het dan weer opvallend rustig is, worden we wakker in de mist en de aanvoer vanuit zee is zo sterk dat we zelfs het bovenste deel van de vuurtoren niet meer kunnen zien. Dus rijden we verder richting Setúbal en als we via de Serra da Arrábida met zijn 500 meter hoogte omlaag slingeren blijken we weer in een ander paradijs terecht te komen (het houdt gewoon niet op in dit land). Het contrast met de prachtige diepe groene begroeiing en de azuurblauwe zee is adembenemend mooi. We rijden door totdat de kustweg is afgesloten voor verkeer!?! Dat doen ze hier klaarblijkelijk (waarschijnlijk om het verkeer onder controle te houden, alhoewel me dit niet helemaal duidelijk is). Helaas zijn we dus genoodzaakt om bij zo’n paradijselijk strandje een pauze in te lassen, want pas vanaf een uur of half acht gaat de weg richting Setúbal weer open. Het uitzicht op de steile rotsige en begroeide Serra da Arrábida is minstens even mooi als het oogverblindend mooie strand zelf (Praia de Galapinhos). Helaas is hier een camperverbod, dus ook dit pareltje dienen we weer achter ons te laten. De parkeerplaats van de plaatselijke voetbalclub in Mourisca lijkt ons een goed alternatief. Gelukkig zijn alle drie de gebieden waar we hebben overnacht natuurparken en wordt de natuurlijke schoonheid beschermd tegen de behoorlijke verstedelijking van dit gebied. Als we op de camperplek van Santo André aankomen blijkt ook dit een gewone mixparking (en eentje met een groot aantal campers). Het kustgebied dat ten Zuiden van Setúbal begint bestaat uit zandduinen en hier bij Santo André ligt ook een prachtige lagune (gelukkig is ook dit weer een natuurpark). We hoopten hier langer te kunnen verblijven, zeker nu we hier ook nog een gratis koud water douche hebben gevonden (ja, als camperaar ga je op de een of andere gekke manier écht op de kleintjes letten en dan wordt je heel vrolijk van zoiets)! Na een heerlijke nacht begint rond een uur of half tien ‘s ochtends de politie op de deuren van enkele campers te kloppen. Uiteindelijk gaan ze bijna alle campers af met de boodschap niet híer maar op de nabij gelegen camping te overnachten!?! Wij (en nog een enkeling) worden overgeslagen, want anders hadden we ze wel willen laten zien dat deze plek in de ACSI-gids en de camperapp staan?! Tegen de avond (en na nog een gratis koude douche!) vinden wij het dan toch tijd om weer verder te gaan, want je weet nooit of ze het alleen bij deze bijzonder vriendelijke actie laten. Net onder Sines ligt de volgende camperplek, behalve net onder Sines ligt deze plek ook onder de elektriciteitscentrale en om het nóg romantischer te maken met uitzicht op het industriegebied en de zeehaven van Sines. We twijfelen nog om door te rijden, alleen voor dit nachtje dan en weer verder. De volgende ochtend rijden we na zo’n 100 meter het Parque Natural do Sudoeste Alentejano e Costa Vicentina binnen. Het grote natuurpark (van ruim 60.000 hectare) dat vanaf hier helemaal doorloopt tot aan Sagres en dan langs de Zuidkust doorloopt tot aan Burgau (Boca do Rio). Vanaf hier beginnen de eerste rotsen weer tevoorschijn te komen en wordt de kust weer grilliger! Op het schitterende Praia da Malhão, met prachtig uitzicht vanaf de klif, zegt de politie te paard enkel vriendelijk goedendag terug, dus op deze plek gedogen ze campers gelukkig/hopelijk wel! Hè, hè, even niet verder. Ondanks dat het aantal prachtige en bezichtigingswaardige stranden in Portugal eindeloos (b)lijkt te zijn rijden we via Odemira het eindeloos uitgestrekte (en uitgestorven) binnenland in en na een flinke rit slingeren we de Monchique omhoog. Dit panorama is altijd geweldig, met uitzicht op de Zuidkust en de steden Lagos, Portimão, Albufeira en zelfs tot aan Sagres en de Westkust toe. We genieten niet alleen, want de uitgebroken koetjes hebben vanavond ook plezier (de volgende ochtendvroeg wandelt de boer weer met ze terug naar hun wei). Als de zon onder gaat wordt de horizon versierd door vele lampjes. Als laatste stop van ons uitstapje naar Lissabon stoppen we bij Barragem da Bravura net boven Bensafrim en Lagos en zijn we weer zo goed als thuis. » Een orka gered…
Zo enthousiast als we Lissabon binnenreden, zo opgedraaid vliegen we deze mooie stad ook weer uit. De nacht was heel erg onrustig, zo direct langs een drukke weg. Wie had dat niet verwacht, wij hadden in ieder geval gehoopt op een sprookjesnacht en dat het verkeer ’s nachts minder zou zijn. Dus om weer even op adem te komen rijden we naar een camperplek aan de Westkust. Hier liggen de surfers rij aan rij in het water, terwijl de échte(?) surfers wachten op wind en échte surfgolven. Na een nachtje bij Praia da Cresmina gaan we via de Cabo do Roca, bij zo’n vuurtoren schijnt toch weer iedereen een kijkje te willen nemen, naar de kust van Sintra. De zee lijkt hier minder ruig dan de Westkust in het Zuiden en zeker op het prachtige strand Praia da Adraga hadden we wel in de golven durven en willen duiken, maar ja we hebben net onze haren gewassen!?!
Een spannend sprookje voor (of eigenlijk tijdens) het slapen hadden we onszelf geregeld. Om ons een hele wandeling met pittige klim of gedoe met bussen te besparen kregen we het sluwe idee om ’s avonds op een van de weinige parkeerplaatsen voor Quinta de Regaleira te gaan overnachten. En inderdaad, als we daar zo rond een uur of negen aankomen is het rustig en parkeren we onze James op een goede plek. Het lijkt ons wel een goed plan om een trucje toe te passen. Dan laten we alle raamverduisteringen op eentje na open, zo zie je ons niet liggen en lijkt de camper gewoon geparkeerd net als de andere auto’s die naast ons staan (dat is althans onze bedoeling). Als we in de vroege nacht diep in slaap zijn worden we wakker door geklop!?! Ja, inderdaad dat is op ónze James. Het aanhoudende geklop en een draaiende dieselmotor op de achtergrond wordt vergezeld door de tekst (h)ello, (h)ello (de letter ‘h’ wordt in de Portugese taal niet echt uitgesproken)! We liggen muisstil en als Jacqueline dan toch wil gaan bewegen fluiter ik ‘ssssst, nog even’. Onze ‘wij zijn niet thuis’ imitatie lijkt nu in ons voordeel te werken, want het geklop stopt onder een gemompel van iets wat je zou kunnen opvatten als ‘volgens mij is hier niemand’. De auto rijdt weg en als Jacqueline stiekem door het raampje gluurt ziet ze nog net een politiejeep wegrijden. Pfff! De rest van de nacht slapen we behoorlijk onrustig want bij iedere auto die we horen, vragen we ons af of weer op de deur wordt geklopt gaat worden! » En weer verder…
|
Onderwerpen
Alles
Verhalen
Nieuwste verhalen...
Eerste verhaal... Overzicht alle verhalen... De andere kant... De betoverende Alentejo... Camperen in Portugal... We worden verwend... Blij en gelukkig... Een onbegrijpbare fantasyfilm... Even geduld a.u.b... Heel eventjes wachten... Gewoon rustig voort... Een beetje Portugees... Verplicht in quarantaine... Een vreemd gevoel... Omlaag en omhoog... Omhoog en omlaag... Een kriebelend verlangen... Een bewogen jaar... En en en… Wat kost dat… Omringd door luxe… In een keer… Met onrustige kriebels… Dat is pech… We hebben feest… De Portugese huizenmarkt… Een orka gered… En weer verder… In een sprookje… Een warm vaarwel… Nog even rust… De eerste vier… Tussen de Spanjaarden… Natuurpark Ria Formosa... Even op vakantie… Tussen de diertjes… Het is verbazingwekkend… Even een rondje… Een vermakelijk schouwspel… De vredige schoonheid… Op ons wensenlijstje… Even geen tijd… Te midden van… Rustig en onrustig… Om te lachen… Een zoute douche… Anders dan anders… De eerste week… Naar het Zuiden… Relaxed en chill… Een heerlijke nacht… Een flink eind… We zijn terug… Over de grens... De mooie vierde… En dan ineens... Onderweg in Frankrijk... In vijf minuutjes... Daar gaan ze... Twee serieuze stappen... Sinds 2021 is overnachten met de camper in Portugal alleen nog toegestaan op de daarvoor aangegeven plaatsen.
all rights reserved
|